dinsdag 17 augustus 2021

Adrianus deel II

Standbeeld van Adrianus dat in Utrecht staat

In Rome was paus Leo X gestorven, zoon van Lorenzo de' Medici, il Magnifico. Er wordt beweerd dat hij vergiftigd is, maar dat is niet bewezen. Wat wel bekend is, is dat Leo's wijnschenker die ochtend vroeg het paleis verliet en nooit meer kwam opdagen. Tijdens het conclaaf voor zijn opvolging kwamen de aanwezige kardinalen er niet uit, de tegenstellingen tussen Fransgezinde en Karelgezinde kardinalen waren groot en elke kandidaat die door de ene partij werd voorgesteld, was onaanvaardbaar voor de andere. Uiteindelijk stelde Giovanni de Medici voor om de afwezige Adrianus van Utrecht te kiezen. Giovanni was overigens ook een Medici, neef van Leo X en later de opvolger van Adrianus als paus Clemens VII. Adrianus was een ideale kandidaat, hij genoot een reputatie van geleerdheid en vroomheid, hij had connecties met de keizer en hij had ervaring met regeren. Daarbij had hij net met succes de opstand van de Comuneros in bedwang gehouden. Bovendien was hij al 62, zodat zijn pontificaat nooit lang zou duren en men zich kon bezinnen over een echte opvolger van Leo.

Op 9 januari 1522 werd Adrianus zonder verdere problemen gekozen. Die problemen begonnen nu pas, want de paus was in Spanje en wist nog van niks. Pas na een maand ontving hij het nieuws van zijn uitverkiezing. De nieuwe paus legde onmiddellijk zijn functies in Spanje neer en begon met de bereidingen voor zijn reis naar Rome. Dat kostte veel tijd, enerzijds wilde Adrianus wachten met zijn vertrek tot Karel in Spanje was, anderzijds ondervond hij grote moeilijkheden om voldoende schepen en geld te vinden voor de overtocht. De route over land viel af vanwege de vijandige relatie met Frans I van Frankrijk. Een zeeroute bracht het risico met zich mee te worden overvallen door Moorse piraten. Uiteindelijk duurde het tot 15 augustus voordat Adrianus aan boord ging in Tarragona. Op 29 augustus legt zijn vloot aan in Ostia en op 31 augustus werd hij gekroond in de Sint-Pietersbasiliek.


In zijn pontificaat pakte Adrianus meteen een aantal misstanden aan. In de eerste plaats wilde Adrianus een verzoening tussen de immer strijdende Europese vorsten bereiken. Zo'n vrede wordt al geruime tijd bepleit door invloedrijke humanisten, waaronder Erasmus. Deze verzoening was van groot belang voor het vormen van een groot en gemeenschappelijk front tegen de expansie van het Ottomaanse Rijk, dat nu tot grote bloei was gekomen. In deze verzoeningspoging heeft Adrianus jammerlijk gefaald. Frans I vertrouwde hem meteen al niet als voormalig leermeester van Karel V. Terwijl Karel verwachtte een onvoorwaardelijke aanhanger te hebben in de nieuwe paus, hij drong er bij Adrianus op aan zich aan te sluiten bij zijn anti-Franse alliantie. Adrianus wilde echter strikt neutraal blijven. Onderhandelingen met de Franse koning bleken echter onuitvoerbaar, zodat Adrianus uiteindelijk voor Karel moest kiezen. Wat lijkt de wereld van vandaag nog erg op de wereld van toen, de EU-landen zijn nog steeds niet echt verzoend en het conflict met de moslimwereld is ook nog steeds aanwezig.


Het volgende netelige punt dat Adrianus op zijn bord krijgt, is de Reformatie die door Maarten Luther in gang is gezet. Honderd jaar lang was de Kerk afgedwaald van haar oorsprong en nu was ze dringend aan hervorming toe. Uit deze noodzaak is de beweging Moderne Devotie ontstaan, waarvan Adrianus een aanhanger was. Maar de hervormingen van Maarten Luther gingen veel verder. Hij worstelde met het probleem van het heil: hoe kon de mens, als zondig wezen, nog deel hebben aan het heil? Uiteindelijk vond hij de sleutel in de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, de sola fides leer. Op basis hiervan viel hij de verkoop van aflaten aan, terwijl hij tegelijkertijd de effectiviteit van de sacramenten in twijfel trok. Op 31 oktober 1517 publiceerde hij zijn 95 stellingen. De reactie uit kerkelijke kringen was afwijzend, Leo X zou Luther in 1520 veroordelen en zijn stellingen als ketters verwerpen. Maar ook de Leuvense theologen, voor wie Adrianus nog raadsman was, veroordeelden Luthers zienswijze. Deze theologen hadden zich in het bijzonder verdiept in de sacramenten tot heil van de mensheid. Luthers leer ondermijnde hun studies en haalde hun hele wetenschappelijke visie onderuit.


Maarten Luther met zijn kinderen

Luthers veroordeling werd getranscribeerd en gepubliceerd door raadsman Adrianus. Enkele maanden later volgde paus Leo X in 1520 met zijn bul Exsurge Domine waarin hij Maarten opriep afstand te nemen van zijn ketterij. Luther verbrandde deze bul voor zijn publiek. Ook Karel sloeg Luther in navolging van de paus in de ban tijdens een zitting van de Rijksdag van Worms. Deze veroordeling is nog niet uitgevoerd wanneer Adrianus paus wordt. Dit wordt een zware klus voor Adrianus. Als paus probeert hij overtuigende antwoorden te geven op de tekortkomingen die Luther naar voren brengt. Adrianus probeert op drie niveaus; politiek, intellectueel en moreel bevredigende antwoorden te geven om de reformatie te stoppen.


Op intellectueel vlak wil Adrianus vanuit de Roomse kerkleer een theologisch correcte weerlegging formuleren op Luthers standpunten. Daartoe probeert hij een team van gevestigde katholieke intellectuelen samen te stellen. Hij slaagt erin de Duitse theoloog Johannes Eck en zijn eigen Overijsselse oud-leerling uit Leuven Albertus Pighius naar Rome te halen. Adrianus probeert ook Desiderius Erasmus naar Rome te krijgen maar deze weigert, hij wil neutraal blijven. Wel stuurt Erasmus een brief vol adviezen.

Desiderius Erasmus

Op politiek vlak stuurt Adrianus een afgezant; Francesco Chieregati, naar de eerstvolgende Rijksdag, die van Neurenberg. Adrianus zet hier een unieke stap in de geschiedenis als hij Chieregati een verklaring geeft, de Intructio, waarin hij expliciet erkent dat er in de Curie misstanden voorkomen die niet in de geest van de Kerk zijn en hij belooft die misstanden aan te pakken. Hij roept iedereen binnen de Roomse Kerk op om in hun eigen geweten te kijken waar ze van het rechte pad zijn afgedwaald. Adriaan's 'excuses' stuitten op veel onbegrip, de fervente, in zichzelf gekeerde katholieken waren verbijsterd en de lutheranen beschouwden ze als een bevestiging van hun gelijk.


De laatst jaren staat deze actie van Adrianus weer veel in de belangstelling, hij heeft daarmee  zelfs de aandacht van de huidige paus getrokken. Uiteindelijk was het in de geschiedenis nog nooit voorgekomen dat een paus wangedrag toegaf en verbetering beloofde. In de huidige tijd is het inmiddels een paar keer voorgekomen dat pausen excuses hebben aangeboden, met name voor het seksueel misbruik dat jarenlang werd verdoezeld en ontkend. Maar Adrianus was de eerste die met een genereus excuus kwam. De volgende woorden, die hij persoonlijk aan Chieregati schrijft, laten zien hoe hij in het leven staat;


Zeg eveneens dat wij oprecht toegeven dat God toestaat dat deze vervolging Zijn Kerk treft vanwege de zonden der mensen, vooral van de priesters en de hogere geestelijkheid. Het staat vast dat de hand des Heren niet verkort is zodat hij niet zou kunnen redden, maar dat de zonden een afstand scheppen tussen Hem en ons en Zijn gelaat verbergen, zodat Hij ons niet verhoort. De Heilige Schrift roept luid dat de zonden van het volk voortvloeien uit de zonden van de priesters en daarom ook ging onze Heiland, toen hij de zieke stad Jeruzalem wilde genezen, eerst de tempel binnen om de zonden van de priesters de bestraffen, zoals een goede arts de ziekte vanaf de wortel geneest. 

Wij weten dat in deze Heilige Stoel al gedurende enkele jaren veel verwerpelijk is geweest, misbruik in geestelijke zaken, overdaad in benoemingen, kortom alles in het tegendeel verkeerd. En het is geen wonder dat de ziekte van het hoofd af naar de ledematen, van de pausen naar de andere, lagere, geestelijken is afgegleden. Wij allen, dat wil zeggen: kerkvorsten en geestelijken, zijn afgeweken, ieder op zijn eigen weg, en al lang was er niemand die iets goeds deed, absoluut niemand. Daarom is het nodig dat wij allen eer bewijzen aan God en onze ziel verootmoedigen, dat ieder van ons ziet waar hij gevallen is en dat hij zich liever zelf beoordeelt dan dat hij zich door God met de roede van zijn toorn laat oordelen. Hierin moet u, voorzover het onszelf betreft, beloven dat wij alle moeite zullen doen om eerst deze Curie, vanwaar misschien heel dit kwaad voortkomt, te hervormen. Zoals daarvandaan het bederf naar alle lagere niveaus is doorgelekt, zo ook zou van hetzelfde punt de gezondmaking en de hervorming van alles moeten doordringen. 

Monnik vermaakt zich met non

Wij achten ons des te meer verplicht om dit te bewerkstelligen als we zien hoezeer de hele wereld een dergelijke hervorming dringend wenst. Wij hebben u eerder al gezegd, dat wij dit pausschap nooit hebben geambieerd: veel liever, voor zover het van ons zou afhangen, zouden we een teruggetrokken leven leiden en in heilige rust God dienen. We zouden zelfs dit pausschap hebben geweigerd als niet de eerbied voor God en de oprechte wijze van onze verkiezing en de vrees voor een schisma dat door onze weigering dreigde, ons had verplicht de keuze te aanvaarden. Wij hebben dus onze nek gebogen voor de hoogste waardigheid, niet uit begeerte om te heersen noch om onze naasten te verrijken, maar om aan Gods wil te gehoorzamen, om Zijn Katholieke Kerk, te hervormen, om de onderdrukten te hulp te komen en om geleerden en deugdzame mensen die al lange tijd verwaarloosd neerliggen, weer op te richten en te eren, ten slotte om alle andere dingen te doen die een goede paus en een wettige opvolger van de H. Petrus moet doen. 

Hoewel niemand zich erover moet verwonderen als hij niet onmiddellijk alle fouten en misbruiken gecorrigeerd ziet: de ziekte is te zeer ingenesteld en ze is niet eenvoudig, maar veelzijdig en veelvormig. We moeten behoedzaam te werk gaan en eerst de ernstigste en gevaarlijkste zaken verhelpen om te verhinderen dat we in de wil om alles tegelijk te hervormen alles in feite in chaos storten. Zoals Aristoteles zegt, zijn alle plotselinge wijzigingen in de staat gevaarlijk en wie iemand te hard bij de neus grijpt, lokt een bloedneus uit.


Ook op moreel vlak gaat Adrianus meteen aan de slag met een poging om de Curie te hervormen. Bij zijn aankomst in Rome wordt hij meteen tot grote soberheid gedwongen, Leo X heeft de pauselijke schatkist grondig geleegd. Adrianus ziet zich genoodzaakt fors te bezuinigen op personeel; alle kunstenaars en intellectuelen vliegen als eersten de deur uit, wat hem prompt het odium van cultuurbarbaar oplevert, een etiket dat nog steeds aan hem kleeft. Dat is een beetje waar, want hij had weinig gevoel voor de renaissancekunst, die toen floreerde. Ook de aantrekkingskracht van de kunstwerken uit de Oudheid ontging hem vrijwel geheel. De beeldencollectie van Julius II en Leo X ging achter slot en grendel in het Vaticaan. Deze omvatten standbeelden zoals de Laocoön en de Apollo van de Belvedere, die vandaag de dag nog steeds op dezelfde plaats staan opgesteld als toen in wat nu het Vaticaanse museum is.

Met Adrianus op de heilige stoel is het gedaan met feesten en overvloedige maaltijden, voortaan leeft de Curie in grote soberheid. Ook vaardigt Adrianus een decreet uit dat het dragen van lange baarden, een uiting van fysieke trots, door hoge geestelijken verbiedt. Maar te oordelen aan alle portretten van Adrianus belangrijkste steunpilaar, dataris Willem van Enckenvoirt, laat zien dat dit edict weinig succes had.

Willem van Enckenvoirt met baard op zijn tombe in de S. Maria dell'Anima

Kort nadat Adrianus zijn toetreding tot de anti-Franse alliantie van Karel aankondigde, werd hij ziek. De onmogelijkheid om zijn plannen ten uitvoer te brengen hadden hem diep teleurgesteld en psychisch uitgeput. Ook de ongezond hete Romeinse zomer heeft niet het beste effect op zijn gezondheid gehad en toen er een nierkwaal bij kwam, of was het gif dat hem werd toegediend, voelde Adrianus zijn einde naderen. Op 8 september maakte hij zijn testament op en creëerde hij zijn dataris tot kardinaal. Paus Adrianus VI stierf op 14 september 1523 te midden van zijn vier Brabantse getrouwen; zijn secretaris Dirk Hezius uit Heeze, Willem van Enckenvoirt uit Mierlo, Nicolaas van der Poorten uit Eindhoven en de Leuvense Petrus van der Male. Na slechts een paar dagen begint de ontbinding van zijn lichaam, wat het vermoeden doet rijzen dat de paus is vergiftigd. Een autopsie wijst echter op natuurlijke oorzaken. Kort daarna wordt de paus bijgezet in de oude Sint-Pietersbasiliek. Later is door toedoen van Willem van Enckenvoirt in de Santa Maria dell'Anima een groot grafmonument opgericht, dat ik uitgebreid heb bewonderd. Tien jaar na zijn dood werd Adrianus hierheen overgebracht.




Het grafmonument is vervaardigd door Baldassare Peruzzi, een architect die ook veel werk heeft verricht aan de Sint Pieter. Op het voetstuk bevindt zich links en rechts het wapen van Kardinaal van Enckenvoirt met daartussen een opschrift met gegevens van Adrianus. Daarboven tussen marmeren zuilen staan de vier deugden, links matigheid en moed, rechts voorzichtigheid en gerechtigheid. Zij omgeven een reliëf dat de blijde inkomst van Adrianus in Rome voorstelt. De stad is links aangeduid door de porta Pauli en de pyramide van Cestius, door de stedenmaagd met haar gezellinnen en de knielende senator, rechts door de Tiber met de hoorn des overvloeds en de wolvin met Romulus. Over de volle breedte van de tombe is een aan Plinius ontleende tekst gebeiteld waarvan de vertaling luidt ‘Ach hoeveel is afhankelijk van de tijd waarin de voorbeeldigheid van zelfs de beste mens valt’. Achter dit reliëf bevindt zich het eigenlijke graf van Adrianus. Daarbovenop staat een siertombe met het wapen en de naam van de paus; ‘Adrianus VI Pontifex Papa’. De twee Putti's, naakte mollige jongetjes, aan beide zijden doven de vlam van de levensfakkel. Op de tombe wacht Adrianus sluimerend op de jongste dag, de tiara op zijn hoofd dat rust op zijn linkerhand, of zou hij toch kopzorgen hebben? Helemaal bovenaan toont Maria het Jezuskind geflankeerd door de apostelen Petrus en Paulus. 


Het nijvere werk van Adrianus waren stappen in de goede richting, maar zijn pontificaat was te kort om echte resultaten te boeken. Aan de ene kant kwam zijn pontificaat te vroeg, de kerkelijke wereld was er nog lang niet klaar voor, maar aan de andere kant kwam Adrianus te laat. Het optreden van Maarten Luther had de geesten zodanig door elkaar geschud en was zo razend snel geëscaleerd dat de Reformatie moeilijk te stoppen was. Als zijn pontificaat minder tragisch en eenzaam was geweest en Adrianus meer tijd had gehad, was hij misschien in zijn opzet geslaagd om katholieken en protestanten bij elkaar te brengen. Hij was een groot strateeg en visionair, maar helaas kon mijn naamgenoot de scheuring in de kerk niet voorkomen. Hij was waarlijk een rechtschapen man!

Geen opmerkingen: