Het lopen gaat vandaag veel beter. Mijn kuiten spelen niet meer op, blijkbaar beginnen mijn benen langzaam in vorm te komen. Het bleef vandaag droog en de zon gluurde regelmatig tussen de wolken. De natuur is prachtig vandaag, maar misschien ben ik bevooroordeeld. Het blijkt dat als de zon schijnt en je bergaf loopt, de natuur veel mooier is dan als het regent en je een berg moet opzwoegen.
Vandaag gaat de tocht van Gemünd via Kall, Kelderich, Weyer, Dreimühlen, Pesch en Nöthen naar Bad Münstereifel. De hiking-app vertelt me dat ik daar 7 uur en 22 minuten voor nodig heb, dat ik in totaal 577 meter moet klimmen en 637 meter ga afdalen. Maar die app houdt er geen rekening mee dat de hiker over de zestig is en dat hij meer dan 25 kilogram bagage meezeult. Ik doe er gewoon 9 volle uren over.
Onderweg zie ik veel versierde bomen in de tuinen. Ik vraag een dame wat die boom betekent. Ze vertelt dat het een "May baum" is. Dat is een eeuwenoude Keltische traditie. In de nacht voorafgaand aan 1 mei planten de vrijgezelle jongens een versierde boom, meestal een berk, in de tuin van het meisje dat ze bekoren. De boom blijft daar een maand staan. Dan komt de jongeman hem ophalen. Als het meisje gecharmeerd is van deze avance, is het gebruikelijk dat haar moeder een ‘Kuchen’ bakt en haar vader hem beloont met een kist bier. En van het meisje zelf krijgt hij een kus.
Maar zo simpel blijkt het niet altijd te werken, er gaan geruchten dat meisjes de boom nog dezelfde avond afzagen en hem voor de deur van de jongeman smijten, een moderne vorm van emancipatie. Over emancipatie gesproken, in een schrikkeljaar werkt het allemaal andersom, dan zijn de meisjes of jonge vrouwen aan de beurt en zetten een boom neer bij de jongen van hun dromen.
Zo zie je maar, de Kelten hadden nog geen Tinder en bedachten een hele praktische oplossing. Ik begrijp heel goed dat de inwoners van de Eifel deze traditie levend houden, veel gemakkelijker dan swipen en daten.
We hebben het ruigste deel van de Eifel gehad. Het landschap vertoont steeds meer agrarische activiteiten en zoals jullie weten; boeren maken het landschap, en daar zijn ze trots op. Het probleem is helaas dat niet alle boeren goede landschapsarchitecten zijn.
Je ziet hier opmerkelijk weinig wild. Geen haas, konijn, fazant of wat dan ook te bespeuren. In vier dagen tijd heb ik één ree gezien. In de Brabantse natuurgebieden zie je overal wroet-sporen van wilde zwijnen, maar ook die zijn hier nergens te bekennen. Je ziet hier wel van die 4x4 terreinwagens met een sticker op de achterruit “Freitag - Jagdtag”. Het barst hier van de jachthutjes, een zogenaamde hoogzit. De jagers nemen hier s'ochtends hun plekje in voor het krieken van de dag. Als de dieren niets vermoedend hun ochtend ommetje maken, worden ze totaal onverwachts omgelegd door de jagers. Ik ben niet tegen jagen, de oermens was immers van nature een jager-verzamelaar. Jagers propageren de wildstand te beheren en in balans te houden. Maar is die balans hier niet een beetje doorgeslagen? Aan de andere kant zijn de Duitse jagers erg succesvol in het bestrijden van de ongewenste wilde zwijnen, de boeren hier zijn daar zeer tevreden over.
Nou, dat was een lange en vermoeiende dag, ik heb er weer eentje verdiend, proost!