maandag 14 juni 2021

Dag 34, Barok, naar Langweid am Lech

De wandeling gaat verder van Donauwörth via Auchsesheim, Mertingen, Druisheim, Allmannshofen, Nordendorf, Westendorf, Meitingen en Hubertushofen naar Langweid am Lech. Door een gebrek aan campings en accomodaties is de afstand vandaag 31 kilometer geworden, maar met een zonnetje van 26 graden was het lekker lopen. Vanmorgen even goed ingesmeerd om te voorkomen dat ik de kleur van een kreeft krijg.

Inmiddels heb ik de Romantische Strasse ingeruild voor de Via Claudia Augusta, een oeroude Romeinse weg die Germania met Italië verbond. Naast de Rijn vormde ook de Donau de noord grens van het Romeinse rijk. De Via Claudia Augusta liep vanaf Tridentium (Trento) langs de rivier Adige over de Reschenpas en de Fernpas naar Füssen en gaat dan verder via Augusta Vindelicorum (Augsburg) langs de Lech tot aan Donauwörth waar ook de Lech in de Donau uitmondt. Dit wordt mijn route voor de komende weken.


Mijn route overlapt hier ook de Jakobus Pilgerweg naar Santiago. Toen ik gisteravond terugkwam van de stad op de camping, had ik een praatje met een Duitse dame die in haar eentje naar Santiago fietste. Ze vertelde dat hier een populaire pelgrimsroute loopt naar Santiago de Compostella, die door veel Duitsers, Oostenrijkers en Zwitsers wordt gefietst. 


Onderweg zag ik deze kaart van de route. Compostellapelgrims worden op alle kerkdeuren welkom geheten, inclusief telefoonnummer om te bellen voor overnachtingen. Mijn route naar Rome is niet zo populair, ik heb nog niemand die kant op zien gaan.


Vandaag sprak ik met een vluchteling uit Gambia die is gevlucht voor dictator Yahya Jammeh. Hij begroette me met Gruß Got. Ik vroeg hem of dat ook zijn God was? Nee dus, maar hij doet er alles aan om te integreren en een nieuw leven op te bouwen in Duitsland. Hij was te voet op weg naar school en volgt een opleiding logistiek. Hij was pas twee jaar in Duitsland en zijn Duits was best goed, zelfs beter dan het mijne, maar dat zegt natuurlijk niets.


Even terug naar de Middeleeuwen, Maarten Luther was behoorlijk succesvol met zijn reformatie, de kerk van Rome had veel macht en gezag verloren. Grote gebieden waren onder invloed van het protestantisme gekomen en keerden zich tegen de katholieke macht en invloed. De protestanten pleitten voor een zuiverder geloof waarin de Bijbel centraal stond en er nauwelijks plaats was voor kunst. Om het tij te keren riep de paus zijn kardinalen bijeen op het Concilie van Trento (1545-1563). De kerk moest worden hervormd en gezuiverd om een antwoord te vinden op de protestanten. Deze vernieuwingsbeweging wordt Contrareformatie genoemd. Het concilie besloot, tegenovergesteld aan de zienswijze van de protestanten, dat kunst de manier was om Bijbelse verhalen aan de mensen over te brengen. Maar dit moest wel op een heldere manier gebeuren met schilderijen zonder al te veel symboliek en stilistische details. Uit deze benadering is de barok ontstaan, een kunstvorm die wordt gekenmerkt door een overdaad aan vormentaal. Door een overvloed aan dramatische en realistische beeldtaal trachtte men de toeschouwer zich nietig te laten voelen, om daarmee het ware katholieke geloof te benadrukken.

Tijdens het Concilie van Trento werd ook een nieuwe kloosterorde opgericht, de jezuïeten, en zij kregen de taak om de aanpak met de nieuwe ideeën te verspreiden. Ze onderscheiden zich van andere ordes door een speciale gelofte van gehoorzaamheid aan de paus en vallen niet onder het gezag van een bisschop. De jezuïeten richtten zich vooral op bekering en onderwijs en propageerden zo het ware katholicisme. Veel mensen kijken nog steeds naar de wereld door de bril die de jezuïeten ons gaven. In de omgeving waar ik nu loop staan veel barokke kerken, het blijft indrukwekkend om te zien hoe de Jezuïeten zich uitgesloofd hebben.





Het Barok interieur van de kerk van het Kloster Holzen, gewijd aan Johannes de Doper, die ik vandaag passeerde. Ik liet hier meteen mijn vierde stempel in mijn Pergrim-paspoort  zetten



Een voorbeeld van een barokke kunstenaar is Gian Lorenzo Bernini die een standbeeld wilde maken van Sint Laurentius die in de 3e eeuw verbrand werd omdat hij christen was. Bernini probeerde zich voor te stellen hoe de sterke gevoelens van pijn moeten zijn geweest. Dus stak hij zijn hand in het vuur en keek in de spiegel naar zijn eigen gezicht. Dit zelfportret komt voort uit deze studie die hij uiteindelijk gebruikte om het gezicht van Laurentius te maken.

Bloem van de dag



zondag 13 juni 2021

Dag 33, langs de Wörnitz naar de Donau, Donauwörth

Een wandeling van slechts 15 kilometer langs de sterk meanderende Wörnitz, die in Donauwörth uitmondt in de Donau. De tocht gaat vandaag niet verder omdat de Kanu Club Donauwörth hier een kleinschalige camping heeft die alleen toegankelijk is voor kanovaarders, fietsers en wandelaars. Het is een zelfbedieningscamping (geld in de brievenbus) en er zijn vandaag maar een paar fietsers en kanovaarders, heel rustig.

Harburg 

Kanu Club Camping

Donau / Wörnitz 

In de middeleeuwen waren boeren horig aan de landeigenaar, de adel of de kerk. Als horigen waren de boeren gebonden aan de grond die zij bewerkten, ze mochten deze niet verlaten zonder toestemming, Ze waren “glebae adstrictus” ofwel aan de aardkluit gebonden. De boeren waren dus geen eigenaar van hun land, in ruil voor het gebruik ervan waren ze verplicht een deel van de oogst af te staan aan hun heer en aan de kerk, bijvoorbeeld 1/10 deel aan de kerk waar de plaatselijke geestelijkheid van leefde, en 2/10 of 3/10 deel aan de heerser van het gebied. 


De boeren waren ook verplicht tot het verlenen van herendiensten (hand-en-spandiensten). Doorgaans was de werkweek van de horige verdeeld in een (groter) deel waarin de horige voor eigen gebruik werkte, en een (kleiner) deel waarin hij voor de heer aan het werk was. 

De horigen konden verplicht worden mee te vechten met hun heer als zijn domein werd aangevallen. Van zijn kant had de heer ook verplichtingen jegens zijn horigen, met name om rechtszekerheid en militaire bescherming te garanderen, maar ook bood hij een vorm van sociale zekerheid. De relatie horige-heer kon niet eenzijdig worden opgezegd en ging over van generatie op generatie.


De boeren hadden een moestuin en een wei met fruitbomen bij hun huis. De akkers lagen buiten het dorp en waren omheind met hagen en greppels om te voorkomen dat er wilde dieren op de akkers kwamen en zich te goed deden aan de gewassen. Achter deze akkers lag onontgonnen gebied dat in gemeenschappelijk gebruik was. Het werd gebruikt om het vee te laten grazen en het hakken van hout. De gemeenschappelijke gronden mocht niet ontgonnen worden om er akkers of tuinen te maken.



De akkers werden bewerkt volgens het drieslagstelsel, in het eerste jaar werden wintergranen verbouwd zoals tarwe, rogge en spelt waar brood van gebakken werd. Het jaar daarop verbouwde de boer zomergranen zoals gerst en haver dat als veevoer diende. Van de gerst werd ook bier gebrouwen. Een deel van de grond werd ingezaaid met of erwten en bonen voor eigen gebruik. Het derde jaar liet de boer het betreffende stuk grond braak liggen. Dit systeem paste de boer toe op drie percelen en schoof elk jaar door zodat zijn land altijd voor 2/3 bebouwd was. Bij goed weer kon hij twee keer per jaar oogsten. Eens in de drie jaar lag de grond braak en werd er niets verbouwd om te voorkomen dat de boer zijn land uitputte. Want als grond te lang achter elkaar wordt bebouwd, ontstaat er een tekort aan mineralen waardoor de opbrengst en kwaliteit afnemen. .


De mest van het vee werd ijverig verzameld om de akkers te bemesten, er was altijd een tekort aan mest voor een goede oogst. Als een boer genoeg mest had voor een akker, dan koos hij voor de teelt van kool, rapen, vlas, hennep, koolzaad of hop in plaats van zomer of winter graan



Hoe anders is het tegenwoordig. Er is geen tekort aan mest, eerder een overschot. Daarnaast heeft de moderne boer toegang tot mineralen en meststoffen en bepaalt hij met bodemonderzoek precies wat hij moet strooien voor de hoogste opbrengst. De middeleeuwse boer en zijn vrouw waren van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bezig op zijn akkers en met zijn vee. Nu is de boer sterk gemechaniseerd en bewerkt hij zijn land met enorme machines die vaak meerdere hectares per uur kunnen ploegen of zaaien en oogsten. Vergelijk het met mijn wandeling, ik heb 80 tot 100 dagen nodig om naar Rome te lopen. Loes komt me met de auto ophalen en is er in 2 dagen. In deze verhouding is ook de boerenarbeid in een stroomversnelling gekomen, het werk wordt nu vijftig keer sneller gedaan als in de middeleeuwen.


In deze fabriek werken maar enkele arbeiders en leveren tientallen vrachtwagens cement per dag

Bloem van de dag

zaterdag 12 juni 2021

Dag 32, Galgenberg, Harburg

De wandeling gaat verder van Nördlingen via Reimlingen, Balgheim, Merzingen, Ziswingen, Kleinsorheim en Großsorheim naar Harburg. Een wandeling van 23 kilometers en het is nog steeds uitzonderlijk mooi wandelweer. Met dit mooie weer zijn er meer mensen op straat die me aanspreken; hallo, gestern habe ich dich auch gesehen, wo gehst du hin? Dat leidt vaak tot hele leuke gesprekjes.



Ik had al eerder straatnamen met Galgenberg gezien en ook op mijn Outdooractive-kaart zie ik regelmatig een heuveltop aangegeven als Galgenberg. Maar vandaag liep ik langs een bordje dat naar zo'n oude executieplaats wees. Harburg had van de middeleeuwen tot 1848 een eigen rechtbank. De graven en vorsten van Oettingen-Wallerstein hadden het recht om het "lage" maar ook het "hoge" recht (Blutgerichtbarkeit) uit te oefenen binnen de gebieden onder hun heerschappij. Voor het uitvoeren van doodstraffen had men twee executieplaatsen. De “Raven Stein” voor eenvoudigere terechtstellingen met het zwaard, en het “Hochgericht” voor de serieuzere terechtstellingen met de strop. Deze laatste plek is dus hier in dit weiland bovenop de heuvel. Vanaf de middeleeuwen werden hier zo'n 60 doodvonnissen voltrokken, de laatste in 1809. Hoeveel van deze executies waren gerechtvaardigd? Konden de slachtoffers zich verdedigen? Hadden ze een eerlijke kans op vrijspraak? Deze vragen kunnen wij niet meer beantwoorden.

In 1814 werd de rechtspraak overgedragen aan de Beierse staat en werd deze plaats van executie ontmanteld. Alleen de veldnaam Galgenberg en een klein overblijfsel van een muur herinneren aan het gruwelijke verleden van deze plek.




Ook in Nederland werden tot 1860 doodvonnissen voltrokken met de strop. Onze beschaving is dus nog erg jong en verre van volwassen. Tot op de dag van vandaag worden mensen ten onrechte veroordeeld en krijgen ze geen eerlijke kans om zich te verdedigen. Denk maar aan de toeslag-affaire, stond je toevallig op de lijst van de Belastingdienst, dan was je lot beschoren. Door de ijver van sommige volksvertegenwoordigers is deze wantoestand aan de orde gesteld, maar de slachtoffers wachten nog steeds op gerechtigheid. Deze zaak heeft het hele Nederlandse politieke toneel tot een grote wonderbaarlijke farce gemaakt. Ik kijk met droefheid toe hoe de politici een wanhopige poging doen om een werkbare regering te vormen en heb weinig vertrouwen dat het zal lukken. Toch moeten we meer dan ooit aan onze beschaving werken. Opnieuw zie je de macht van het grootkapitaal toenemen en zijn de simpele werkende mensen vaak de verliezers.



Wonderlijk burgerinitiatief, je ziet hier vaak in de kleine dorpjes zonder voorzieningen een rood bankje staan, een stopplaats voor meelifters. Met een rood bordje wordt de plaats van bestemming aangegeven. Je gaat op het bankje zitten en als een passerende automobilist naar de plaats van bestemming gaat kan hij jou meenemen. Geweldig idee toch! Ik heb het altijd leuk gevonden om onbekende lifters mee te nemen, maar dit initiatief gaat in veel gevallen dorpsgenoten aan,  hoe vaak spreek je die nou? Dit is een prachtig initiatief, Al is het maar om de sociale contacten te versterken.


Blijkbaar is 2021 het jaar van de klaproos, het is dan ook een prachtige bloem die met zijn rood geen groter contrast kan vormen met het alomtegenwoordige groen in de natuur.


Wat me ook verwonderde is dat de Rogge vandaag in bloei staat, het lijkt of de aar al gevuld is maar die is nog leeg, de graankorrel ontstaat pas na de bevruchting. Hoe prachtig is de natuur!


Vandaag zijn er veel stapelwolken, prachtig afgetekend tegen een blauwe lucht met een donkere basis en een bovenste deel met halfronde uitwassen in wit. Ze ontstaan als gevolg van thermiek en voorspellen meestal onweer. Maar wonderlijk genoeg zien we tegelijkertijd ook windveren. Dit type wolk hangt op een hoogte van 6 tot 12 kilometer, bestaan volledig uit ijskristallen en zijn alleen te zien bij mooi weer. Maar het wordt nog wonderlijker, ik zie ook schapenwolkjes. Dit type wolk bevindt zich op dezelfde grote hoogte als de windveren en duidt op toenemende luchtvochtigheid. Schapenwolkjes zijn vaak een voorbode van verslechtering van het weer als gevolg van een naderend koufront. Toch wordt er de komende dagen prachtig weer voorspeld. Ik neem aan dat dit een speling van de natuur is en bereid me voor op nog een paar dagen prachtig wandelweer.  




Er wordt nog aan dit blog gewerkt

vrijdag 11 juni 2021

Dag 31, een maand onderweg, Nördlingen

De wandeling gaat verder van Dinkelsbühl via Diederstetten, Mönchroth, Wittenbach, Gramstetterhof, Oppersberg, Fremdingen, Bühlingen, Minderoffingen, Marktoffingen, Wallerstein, Ehringen en Baldingen naar Nördlingen. 

Ik loop door een typisch Beiers landschap, veel akkers, door boerendorpen, op een enkele autoweg en wat hooiende boeren na is er weinig bedrijvigheid.







Vandaag was de afstand 38 kilometer, best veel, maar het was prachtig weer met een lekker zonnetje van 26 graden, niet te warm om een flink eind te lopen. Maar dat was niet de enige reden om zo ver te lopen. Hoewel er tussen Dinkelsbühl en Nördlingen veel dorpen liggen, hebben ze geen voorzieningen, geen campings, geen cafés of restaurants, ja er zijn wel wat gasthoven maar daar was geen enkele bedrijvigheid. De meeste dorpen hebben niet eens een winkel of bakker. Dus daarom werd het doel natuurlijk de volgende romantische stad Nördlingen, die een goede dagmars verwijderd is. Het was een pittige wandeling, ik heb er tien uur over gedaan, maar ik kan het aan! En dan heb je natuurlijk een biertje verdiend!


Ik ben nu een maand onderweg en heb zo'n 800 kilometer gelopen, dat is meer dan een derde van de reis. De hevige spierpijnen die ik in het begin had zijn voorbij, ik heb geen last van blaren en ik loop eigenlijk best wel lekker. Dat wil niet zeggen dat ik nergens last van heb, een dag als vandaag vraagt wel wat van mijn uithoudingsvermogen. En er zijn ook spieren en pezen die af en toe protesteren, maar ik heb toch het idee dat Rome erin zit, dat gaan we gewoon doen!


Alleen velden, nergens een bankje te bekennen, maar gelukkig heb ik zelf een stoeltje meegenomen, en soms staat er een boom met een lekkere schaduw.


Lekker uitrusten in de schaduw en wat foerageren, dat heb ik om de twee of drie uur nodig. Een half uurtje rusten en dan weer ertegenaan.


Rood, wit en blauw, hoe vaak zie je deze kleuren bloeiende bloemen bij elkaar op één foto?



donderdag 10 juni 2021

Dag 30, winkelen in Dinkelsbühl

Vandaag heb ik een dag niet gelopen om boodschappen te doen. Mijn luchtmatras heeft een lekkend ventiel en dat slaapt niet lekker. Ten tweede ben ik toe aan nieuwe onderbroeken, ik had niet verwacht dat deze zo snel zouden verslijten van wandelen! Vandaar dat ik een hotel heb genomen in Dinkelsbühl; Goldner Hirsch. Het ligt midden in de Altstad en is toch niet duur, er logeren meerdere ploegen van monteurs die op karwij zijn. Die maken er s'avonds een gezellige boel van.


Na te hebben geshopt liep ik de Altstad weer binnen via de Rothenburger Tor. Hier vond tijdens de heksenvervolging de "pijnlijke ondervraging" plaats, in het "Drudengewölbe" boven de poort. In de vloer van de martelkamer zijn de namen gegraveerd van de slachtoffers, dat grijpt diep in op mijn belevingswereld.



1613, Maria Gurr en Catharina Gaßne;

Deze twee katholieke zussen uit Ellwangen, die in Dinkelsbühl trouwden, werden in een hekserijproces beschuldigd van hekserij. Tegen Maria, die zwanger was, waren zware aanklachten ingebracht. Ze wist welke folteringen haar te wachten stonden en bekende meteen tijdens de minnelijke verhoren. Ze werd na haar bevalling levend verbrand. Catharina bekende niet meteen, ook niet nadat ze aan haar armen, die achter haar rug gebonden waren, opgehesen werd. Maar na de tweede foltering, nu met gewicht aan haar voeten, bekende ze wel en noemde tevens de namen van twee oude vrouwen uit een naburige plaats die vervolgens ook vervolgd zouden worden. Catharina werd met een zwaard onthoofd en daarna verbrand.


1645, Euphrosine;

Deze protestantse vroedvrouw werd gearresteerd als vermeende heks. Ze werd gedwongen katholiek te worden. Ze werd veroordeeld door een katholieke rechtbank, die in de dertigjarige oorlog weinig tolerantie toonde tenopzichte van de nieuwe evangelische burgerbeweging. Euphrosine werd op 7 juli 1645 met het zwaard geëxecuteerd en vervolgens verbrand.


1655 / 1656, Margaretha Buckel, Sibilla Bidermann, Catharina Deubler, Margaretha Link, Eva Peter en Anna Strauß.

Margaretha Buckel werd door haar man beschuldigd van poging tot vergiftiging en gearresteerd. Pas toen de katholieke wettelijke vertegenwoordiger zich tot marteling wendde, volgens de instructies die waren opgelegd door rechterlijke bevelen, vond de grootste heksenzaak plaats die Dinkelsbühl heeft gekend. Onder zware marteling beschuldigde Margaretha haar moeder ervan haar tot de duivel te hebben verleid. Onder marteling beschuldigde ze ook andere vrouwen van hekserij, waaronder haar zus en de vrouwen van enkele raadsleden; Susanna Stadtmüller en Walburga Mangoldt. In totaal werden acht heksen berecht. Margaretha bezweek in de gevangenis aan de martelingen zonder veroordeeld te zijn. Vijf vrouwen werden onthoofd met het zwaard, vier van hen werden vervolgens verbrand. Twee vrouwen die ondanks de martelingen standvastig bleven ontkennen, werden niet ter dood veroordeeld, maar uit de stad verbannen. Ze hadden geluk dat ze niet op de brandstapel werden verbrand, maar stel je voor hoe ze fysiek en metaal beschadigd moeten zijn geweest. Ze werden uit de samenleving gezet, ontdaan van alle sociale banden, ze werden volledig op zichzelf teruggeworpen.

De nabestaanden moesten de proceskosten en een boete betalen. De uitspraak werd gedaan door een gemengd evangelisch-katholiek gerechtshof. Van de andere namen die tijdens het heksenproces werden genoemd, zijn er slechts enkele ondervraagd. Met name van Susanna en Walburga, de echtgenotes van de raadsleden die ernstig beschuldigd werden, is geen verslag van verhoor terug gevonden en is het niet tot een veroordeling gekomen.


1658, Sebastian Zierer;

Sebastian werd door een buurman en zijn schoonzoon beschuldigd van het veroorzaken van beenverlamming en pijn. Onder marteling bekende hij dat hij meerdere mensen had vergiftigd en betoverd met Druïde poeder. Hij werd ter dood veroordeeld wegens hekserij en terechtgesteld door onthoofding en vervolgens verbrand.


1660 / 1661, Barbara Huckler;

In het laatst bekende heksenproces met executie werd Barbara ervan beschuldigd de zelfmoord van haar schoondochter te hebben veroorzaakt. Hoewel haar man een aanklacht wegens smaad aanspande bij de kerkelijke rechtbank, werd ze toch gearresteerd en ondervraagd wegens hekserij. Onder zware martelingen gaf ze toe dat ze mensen had vergiftigd met Druïde poeder. Ook zij werd onthoofd en verbrand.


De Alruin plant


Het leven van de mensen in de Middeleeuwen was sterk onderhevig aan bijgeloof.

Zo was de alruin, een belangrijk bestanddeel van druïdepoeder, in de verbeelding van de mensen geen gewone plant. Volgens het volksgeloof groeide de plant alleen op plaatsen waar ooit een galg had gestaan ​​en groeide op het lijk, urine en sperma van een onschuldige gehangene.

De alruin wortel bevat giftige en hallucinogene stoffen en werd in de middeleeuwen gebruikt als verdovend middel en pijnstiller, maar men dacht ook dat heksen de wortel gebruikten om heksenzalf te maken waarmee ze konden vliegen of zichzelf in een dier konden veranderen.

Omdat de wortel van de alruin veel vertakkingen heeft, lijkt hij met een beetje fantasie op een menselijk lichaam, een 'miniatuurmensje', vandaar dat de plant in Duitsland "galgenman" wordt genoemd. Vanwege deze gelijkenis geloofde men in de Middeleeuwen dat de wortel bovennatuurlijke macht had over de menselijke geest en lichaam.

Christenen zagen in de wortel een poging van God om de mens te scheppen. Een mensachtige exemplaar van de alruin wortel werd als wondermiddel beschouwd, zo'n exemplaar bezit magische krachten, bijvoorbeeld om de vruchtbaarheid te bevorderen. 

 


Men was men buitengewoon voorzichtig om alruin uit de grond te trekken, want men geloofde dat daarbij de plant een ijzingwekkende schreeuw zou laten klinken die een mens het leven kon kosten. Volgens overleveringen werden honden ingezet om de alruin wortel te oogsten. Zelf stopte men de oren dan dicht met bijenwas zodat de dodelijke schreeuw niet te horen was. De plant mocht nergens direct worden aangeraakt omdat dit zou ook tot de dood kon leiden. De hond moest diepzwart van kleur zijn, de kleur van het kwaad en de dood. Behalve de hond had je een stuk vlees, een stuk touw en een zilveren schop nodig om de wortel te oogsten. De aarde rond de plant werd weggeschept met de zilveren schop, het enige materiaal dat de krachten van de plant weerstond, om de wortel bloot te leggen. Dan bond men het touw aan de plant vast, en aan de hond. De hongerige hond werd vervolgens gelokt met het stuk vlees, zodat het dier aan het touw trok en daardoor de wortel uit de aarde haalde. De hond zou ten gevolge van de schreeuw van de plant doodvallen, maar de plantentrekker zou in leven blijven dankzij de bijenwas in zijn oren.


Naar de kerkers onder het Alte Rathaus

De hand met hakbijl verwijst naar de kerkelijke rechtbank van Dinkelsbühl

Dit middeleeuws gebouw is acht verdiepingen hoog, vergelijk het maar met de Bijlmer!

Middeleeuwse toegangspoort 

Middeleeuwse deur

Maar hoe open je zo'n deur, dankzij de instructie kon ik naar buiten


Dinkelsbühl blijkt een waar paradijs voor ooievaars te zijn, de Worntiz zit vol met kikkers, en de daken en schoorstenen van de stad zijn ideaal voor ooievaarsnesten, de stad krioelt er van, op elk dak zit er wel eentje.



woensdag 9 juni 2021

Dag 29, Romantische Straße, naar Dinkelsbühl

De wandeling gaat verder van Schillingsfürst via Dombühl, Archshofen, Dorfgütingen, Bonlanden, Poppenweiler, Jungenhof, Feuchtwangen, Schopfloch en Lehengütingen naar Dinkelsbühl. Een wandeling van 29 kilometer met wat heuvels op de route maar geen steile beklimmingen.


Het was behoorlijk warm vandaag, en 29 kilometer is niet niks, dus ik heb hem weer verdiend!

De bestemming van vandaag, Dinkelsbühl, is nog zo'n uitzonderlijk goed bewaard gebleven laatmiddeleeuwse stadje. Daarom is ook deze stad uitgegroeid tot een belangrijk toeristenoord. De Romantische Straße verbindt deze toeristenoorden aan elkaar met wegverbindingen door het heuvelland.



Het is algemeen bekend dat Duitsers van grote auto's houden. Maar dit is toch echt de grootste auto die ik ooit heb gezien, de eigenaar ging de voorruit wassen en had een grote ladder nodig om erbij te komen. En als je hier de infrastructuur ervaart, snap je ook dat een dikke Mercedes hier best handig is, maar ook veilig.


Typisch Beiers landschap


En ja, ook hier in Beieren is de auto het populairste vervoermiddel. Je ziet niemand fietsen of lopen, behalve een verdwaalde fietstoerist. Zo zijn er grote stukken Romantische Strasse waar simpelweg geen fiets- of wandelpaden zijn, je deelt de weg met al het verkeer, dus dat is opletten geblazen om te zorgen dat je niet omver gereden wordt, romantiek is daarbij ver te zoeken.




Vier fietsroutes en de Romantische Straße, het is één en dezelfde weg!

Vandaag liep ik langs de bovenloop van de rivier de Wörnitz, die sterk meandert en daardoor langzaam door een moerassige omgeving stroomt, een ideale plek voor parende kikkers. Het gekwaak van kikkers was oorverdovend en daar kwamen deze vogels vervolgens op af. Op de foto kun je twaalf ooievaars tellen, maar in mijn gezichtsveld telde ik er meer dan vijftig.