zaterdag 26 juni 2021

Dag 46, door het Oberinntal naar Pfunds

Vandaag gaat de tocht van Landeck via Urgen, Prutz, Steinbrücken, Tösens, Tschupbach (gem. Serfaus), Schönegg en Stein naar Pfunds. Een wandeling van 33 kilometer door het Oberinntal ofwel langs de bovenloop van de Inn dus ik loop heel geleidelijk 180 meter de berg op. Ik had gewoon zin om een flinke afstand te maken, vooral omdat dit niet het meest interessante deel van mijn pelgrimstocht is. De Fernpass was prachtig, maar daarna volg je de Inn een paar dagen lang want dat is de enige manier om een beetje comfortabel door de Alpen te komen. Het alternatief is een bergexpeditie waarbij echte hoogtemeters gemaakt moeten worden. Ik doe de meest onmogelijke passages met de Wheelie, maar om de hoge bergen op te zoeken, dat vindt ik toch een stapje te ver gaan, daar heb ik de uitrusting niet voor. Dus gas erop dat ik dit monotone stuk snel achter me kan laten. 





Aan het einde van de dag, kreeg ik nog een onweersbui op mijn hoed. Het heeft de hele avond geregend, fijn dat ik toch een pension heb genomen.


Bloem van de dag:

Beeld van de dag. Na Limburg en Beieren spant Oostenrijk de kroon in de verering van Jezus en Maria. elke paar kilometer (niet overdreven) kom je een veldkruis of een kapelletje tegen met de meest bijzondere vrome expressies. 

Geen beest vandaag, dan maar een bosaardbij, de wilde tegenhanger van onze cultuuraardbij. Ze zijn lekker zoet en heel klein, niet groter dan een halve centimeter dus je krijgt er je buik niet van vol.




vrijdag 25 juni 2021

Dag 45, langs de Inn naar Landeck

Vandaag gaat de wandeling van Imst via Mila bei Imst, Saurs, Schönwies, Zams en Perjen naar Landeck. Een tocht van 21 kilometer die de rivier de Inn voor de volledige afstand volgt, dus ik loop heel geleidelijk de berg op van 720 meter naar 800 meter. Voor een berggeit die ik inmiddels ben geworden, is deze wandeling een fluitje van een cent.

De afgelopen dagen en de komende dagen is het weer vrij onstabiel, de weer-app toont elke dag wolken, regen en bliksemschichten. 's Ochtends is het meestal mooi weer met veel zon, 's middags betrekt de lucht met wolken en 's avonds of 's nachts valt en een stevige onweersbui. Inmiddels ben ik ook een beetje gewend geraakt aan de luxe van een pension of hotel. Er zijn genoeg campings hier in Oostenrijk, maar ik kies er toch voor om deze week niet te kamperen en een natte tent in te pakken.


Deze 75 jarige ouwe knar sprong van zijn fiets en liep een tijdje met me op. Prachtige kerel, mooi om te zien dat hij zich kleed alsof hij 25 is. Maar ijdelheid is hem niet vreemd, hij kon niet lachend op de foto omdat hij een hoektand miste. Ondanks zijn leeftijd investeert hij fors in een implantaat. Dit is de nieuwe generatie oudjes, hun motto is “forever young”.





Het “Inntal” in de Alpen is een typisch gletsjerdal. Gedurende miljoenen jaren heeft het smeltwater zijn eroderende werk gedaan en een diepe vallei uitgesleten. Met een totale lengte van meer dan 500 kilometer is de Inn een van de langste en krachtigste alpenrivieren. Het stroomgebied van Inn bevat meer dan 800 gletsjers, die samen zo'n 400 km² van het stroomgebied beslaan. In de maanden juni, juli en augustus kleurt het water van de Inn grijs omdat meer dan een kwart van het water uit smeltwater van de gletsjers bestaat.


Door erosie is het Inntal op natuurlijke wijze uitgehold tot een perfecte geleidelijk aflopende vallei, ideaal voor de aanleg van een weg. De Romeinen hadden dit als eersten door, vandaar dat hun eerste zuid-noord verbindingsweg over de Alpen door deze vallei leidt. En daarom is nu al het internationale verkeer in dit smalle dal geconcentreerd, snelweg, spoor, lokaal verkeer, hoogspanningsleidingen, alles loopt door deze vallei. Dat maakt de wandeling een stuk minder idyllisch. De bergen fungeren als klankbord zodat je de hele dag in het lawaai van auto's en treinen loopt. Even doorbijten want de Reschenpass komt eraan.


Bloem van de dag:


Beeld van de dag:


Beest van de dag:




donderdag 24 juni 2021

Dag 44, uitslapen in 4* hotel en dan naar Imst

De wandeling gaar verder van Fernsteinsee via Brunnwald, Nassereith en Strad naar Imst. Een tocht van “slechts” 18 kilometer en ook nog eens 200 meter naar beneden. Vandaag langzaamaan gedaan, ik liep minder ver omdat ik vanmorgen in alle rust heb uitgeslapen en genoten van mijn hotel, ik ga nu vertellen hoe ik in dat hotel terecht kwam:


Schloss Fernsteinsee

Aanvankelijk had ik gisteravond een mooie camping gevonden aan de Fernsteinsee. De campingbeheerder sprak vloeiend Nederlands omdat hij al enkele jaren in Nederland woonde. Ik had mijn tent nog niet opgezet, was net aan het genieten van mijn etappe biertje al kletsend met de campingbeheerder, toen er een hevig onweer losbarstte.

De camping maakt deel uit van een groot landgoed dat wordt doorkruist door zowel de oude als de nieuwe Fernpass. Deze plek is al sinds de Romeinse tijd een belangrijke pleisterplaats met een herberg en stallen. Dat is het nog steeds, het landgoed heeft een wegrestaurant met tankstation en Tiroler souvenirwinkel. Naast de camping is er ook een Hotel Schloss Fernsteinsee. En tenslotte bevindt zich op het landgoed het turkooisblauwe Alpenmeer "Fernsteinsee" met bootverhuur, ligweiden en duikschool.

In 1856 werd er een stenen brug gebouwd over de Gurglbach, de toevoer rivier van de Fernsteinsee, en werd de Fernpass omgeleid naar zijn nieuwe route. Al het internationale verkeer rolt vandaag de dag nog steeds over deze oude boogbrug. De oude Fernpass-weg is nu alleen toegankelijk voor wandelaars, hier vinden we nog het oude kasteel "Schloss Fernsteinsee" compleet met tolpoort omdat de oude Fernpass-weg direct onder dit kasteel door liep.

De campingbeheerder vertelde me wat interessante weetjes over dit bijzondere landgoed. Het is sinds de Tweede Wereldoorlog in het bezit van de familie Köhler, een zeer rijke aristocratische familie. Het Hotel Schloss Fernsteinsee was vroeger bijzonder belangrijk omdat koning Ludwig II van Beieren, bijgenaamd de sprookjeskoning, het tot zijn favoriete toevluchtsoord maakte.


Even het geheugen opfrissen, Ludwig was de oudste zoon van koning Maximiliaan die heel streng was voor de kleine kroonprins. Maximiliaan geloofde in een harde, spartaanse opvoeding, die op den duur rampzalig zou zijn voor de prins. Ludwig leefde in een eeuw waarin Europa uitsluitend door koningen werd geregeerd. Hij kreeg dagelijks te horen welke functie hij in de toekomst zou moeten bekleden. Zijn zeer strenge opvoeding werd in handen gegeven van leraren terwijl hij zijn ouders nauwelijks zag. Als gevolg hiervan ontwikkelde hij geen sterke band met zijn ouders. Ludwig had gelukkige momenten in zijn jeugd. Hij woonde in Kasteel Hohenschwangau, een kasteel dat zijn vader had gekocht en grondig had gerenoveerd en ingericht in neogotische stijl met talloze fresco's van historische Duitse verhalen. Op achttienjarige leeftijd ontwikkelde Ludwig een sterke vriendschap met zijn adjudant, een knappe prins. De twee jonge mannen reden samen paard, lazen poëzie en speelden scènes uit de opera's van Richard Wagner. Ludwig had ook een goede relatie met zijn nicht Elisabeth, die later keizerin Sisi van Oostenrijk werd. Ludwig besteeg de troon op achttienjarige leeftijd na de plotselinge dood van zijn vader. Hij was een onervaren vorst, verdwaald in legendes en sagen. Het leger had niet zijn interesse, als aanvoerder liet hij zich vertegenwoordigen door zijn broer, terwijl hij in zijn kasteel zat te mijmeren. 

Als jonge koning was hij erg populair; hij werd beschouwd als een van de mooiste mannen van zijn tijd. De koning was lang en had in elk kasteel een extra groot bed. Ondanks zijn populariteit was hij echter een eenling en vermeed hij contact met familie en personeel zoveel mogelijk. Als de koning zich verplaatste, was dat meestal 's nachts, hij was dol op maanlicht. De nieuwe koning was altijd wat mensenschuw en onevenwichtig geweest, en naarmate hij langer aan de macht was trok Ludwig zich steeds meer terug in de Alpen, waar hij meerdere kostbare sprookjeskastelen liet bouwen. Het beroemdste is het nooit voltooide Slot Neuschwanstein waar ik een aantal dagen terug een foto van op dit blog heb geplaatst.


Ludwig was graag in Fernstein en zei ooit het volgende over deze plek:

Ook voor talloze andere mensen ... zal er een tijd komen dat ze naar een land snakken, naar een plekje aarde vluchten, dat verschoond is gebleven van moderne cultuur, technologie, hebzucht en afgunst. Vrijgebleven van lawaai, tumult, rook en stof, waar het nog vredige is.


De koning hield zo van zijn verblijf in Fernstein dat hij, voordat hij zijn eigen sprookjeskastelen bouwde, twee kamers in de herberg voor zichzelf reserveerde en ze rijkelijk met geld uit de Beierse schatkist inrichtte. Helaas brandde het oude Schloss Fernsteinsee in 1909 volledig af en werden de twee pronkkamers van Ludwig II verwoest.


Even terug naar gisteravond, het regende nog steeds dus ik had geen zin om te kamperen. Mijn nieuwsgierigheid naar het hotel was gewekt, vooral omdat het hele hotel nog steeds in Ludwig-stijl is ingericht, want daar schept de familie Köhler een groot genoegen in. Volgens de campingbeheerder verdient de familie weinig geld met het Hotel, vooral omdat het alleen in de zomermaanden open is. In de winter kunnen ze zeker niets verdienen, want dan komen de kosten voor verwarming en sneeuwruimen er nog bovenop. Dus mijn regenjas aangetrokken en op naar het vier sterren Hotel Schloss, de campingbeheerder had mijn komst al aangekondigd.


Een gedurfde mix van stijlen


Elisabeth en Adrianus

De Wheelie detoneert wel een beetje met het interieur

Even een lekkere kirschwasser voor het slapengaan 

Ontbijtbuffet

Bloem van de dag:

Beeld van de dag:

Beest van de dag:



woensdag 23 juni 2021

Dag 43, over de oude Fernpass naar Fernsteinsee

Vandaag gaat de wandeling van Bichlbach via Zwengel, Lähn, Obergarten, Untergarten, Lermoos, Biberwier en dan over de oude Fernpass naar Fernsteinsee. Ik heb genoten van vandaag; bergen, beken, bomen, bloemen, beelden, als ik me niet inhoud, maak ik honderden foto’s op zo’n dag. Ik laat er een paar zien. 








Het was een zware dag vandaag, maar omdat het genieten was, kostte het me weinig moeite en had ik geen last van vermoeidheid. Vandaag heb ik bijna 30 kilometer gelopen en een Eiffeltoren beklommen. Het hoogtepunt vandaag was de oude Fernpass, letterlijk en figuurlijk. Vanmorgen liep ik parallel aan de auto’s die over de reguliere Fernpass rijden, maar die verdwijnen al snel in tunnels en dan keert de rust terug. De oude route gaat hoog over de bergen en volgt de eeuwenoude Via Claudia Augusta. Om je een indruk te geven van de route, hier een screenshot van Outdooractive met het hoogteprofiel, je kunt zien dat ik flinke omwegen maak om de echt hoge bergen zoals de Grubigstein 2233 m of de Büchsentaljoch 2244 m te vermijden. De 2u 21m is indicatief voor fietsers, het fietspad volgt niet overal de oude Romeinse weg die ik heb gelopen, die is op sommige plaatsen te steil voor fietsers. Zonder mountainbike kun je deze route wel vergeten. Je ziet hier veel elektrische mountainbikes, deze kun je huren bij de sportwinkels die in de winter ski's verhuren. Dat is een nieuw businessmodel voor deze ondernemers.

 
Deze klim was met de Wheelie op het randje, op sommige plaatsen was het pad steil of smal of rotsig of alles tegelijk, maar inmiddels ben ik sterk genoeg om ook deze hindernissen te nemen.

De oorspronkelijke route




Zo, deze is weer verdiend:

De Romeinen starten met de bouw van deze weg in 46 vóór Christus op bevel van keizer Claudius. Daartoe werden duizenden slaven aan het werk gezet onder leiding van ondernemende pioniers. Een van hun meest fantastische prestaties is de aanleg van de Knuppelweg, een pad gemaakt van boomstammen door de drassige vallei tussen Lermoos en Bieberwier. Met bijlen en houwelen hakten ze duizenden bomen om voor de onderste funderingslaag om de weg op de zachte ondergrond te ondersteunen. De tweede stap bestond eruit om deze fundering te bedekken met een laag grind waarbij men enkel manden ter beschikking had. Ook voor het graven van greppels was het enige beschikbare gereedschap een schop. Ondanks de enorme pioniersgeest hadden de bouwers in de zomer te maken met muggen, in de herfst met natte voeten en met sneeuw en ijs in de winter, ze zullen Claudius en zijn architecten flink hebben vervloekt.



Archeologische opgravingen door studenten van Universiteit Innsbruck

Bloem van de dag:


Beeld van de dag:


dinsdag 22 juni 2021

Dag 42, grens Oostenrijk, naar Bichlbach

Vandaag gaat de wandeling van Füssen via Ziegelwies, grens Duitsland / Oostenrijk, Weisshaus, Unterpinswang, Oberpinswang, Pflach, Reutte, Klause Ehrenberg, en Heiterwang naar Bichlbach. 

Geen douanier of Corona handhaver te bekennen

Een tocht van 27 kilometer met 400 meter stijgen en 100 meter dalen. Ik ben nu op 1100 meter hoogte, 300 meer dan gisteren dus het gaat flink omhoog. 

Een klim van 30 meter doet me niks, een klim van 50 meter kost wat moeite, een klim van 100 meter is werken en doet mijn adem versnellen, maar een klim van 200 meter dan moet ik er echt tegenaan.  Als ik boven ben, neem ik even rust om op adem te komen. Vandaag zat er zo’n klim in het traject, binnen 2 kilometer 200 meter stijgen. Zoals gezegd rust ik even rust uit als ik boven ben, maar binnen vijf minuten ben ik weer op adem en kan ik weer verder. Ik voel mijn kuiten en hielen een beetje maar toch is dit inmiddels goed te doen. 




Vannacht was er een stevige onweersbui, dat was voorspeld dus ik had een hotelletje genomen in Füssen. De hele week wordt onweer voorspeld, vanmiddag hingen de bergtoppen in dreigende wolken. Er zijn wat druppels gevallen maar niet genoeg om mijn regenjas aan te trekken want of je nou nat bent van het zweet of een paar druppels regen, dat maakt niet uit. De temperatuur kwam vandaag niet boven de 22 graden, dus wederom perfect wandelweer.



Hier in Oostenrijk is de COVID doctrine weer volop van kracht, geen pension of terras durft je te ontvangen of je moet kunnen aantonen dat je “geïmpft” bent. Ook wel logisch want hier in Tirol heeft COVID zich via wintersporters over heel Europa verspreid, dus de Oostenrijkse regering wil nu laten zien dat ze geen gekke Henkies zijn. Nou heb ik een Astra Zeneca vaccin gehad voordat ik Corona kreeg. Een tweede vaccin moest worden uitgesteld vanwege mijn besmetting. Ik ben toen toch maar aan mijn pelgrimstocht begonnen en heb die tweede vaccinatie niet meer gehaald. Ik heb dus niet de juiste documenten om gemakkelijk in Oostenrijk te reizen, noch heb ik het juiste bewijs dat ik Corona heb gehad want hoe dat gedocumenteerd moet worden daar is in Nederland nog steeds discussie over. Nou had ik wel het bewijs meegenomen dat ik de eerste vaccinatie gehad heb. Maar op dat kaartje was ook ruimte voor de tweede vaccinatie en dat vak was leeg. Dus van de nood een deugd gemaakt heb ik met mijn Zwitsers zakmes dat tweede vak keurig losgesneden en met de punt van mijn mes heb ik de 1 weggekrast van “datum vaccinatie 1”. Op de foto kun je nog net zien dat er iets stond. Nu is mijn probleem opgelost, het maakt niet uit wat voor document je laat zien, als je maar iets laat zien. Ik laat meteen mijn paspoort erbij zien, dat staat wat gewichtiger.


Bichlbach is de eerste plaats over de grens waar je fatsoenlijk kan skiën, ik wandel voorbij de Almkopfbergbahn die je op 1600 meter hoogte in het het Skigebied Berwang afzet. Vanaf daar heb je aansluiting op de “Tiroler Zugsptize Arena”. De Zugspitze is de hoogste berg (2963 m) van Duitsland die op de grens met Oostenrijk ligt. 



Bloem van de dag. Als je goed kijkt zie je een mier die een kudde bladluizen in de stengel heeft verzameld om te melken.

Beeld van de dag: