maandag 21 juni 2021

Dag 41, over de Via Claudia Augusta naar Füssen

Vandaag gaat de wandeling van Lechbruck am See via Reuther, Egelmoosen, Rosshaupten, Dietringen, Tierheim en Osterreinen naar Füssen. Een tocht van 21 kilometer met 120 meter stijgen en 40 meter dalen zodat ik nu op 800 meter hoogte ben beland.


Vandaag heb ik mijn overbodige spullen naar huis gestuurd, het sneldrogende fleecevest en afritsbroek, waar ik de eerst weken veel plezier van heb gehad, ga ik niet meer nodig hebben. De warme lange wandelsokken kunnen ook terug naar huis. De blarenplijsters, teen-thules en voetenzalf ga ik ook niet nodig hebben. Tenslotte gaat er een blikje gas terug naar huis, mijn kooktoestelletje verbruikt dankzij de warmtewisselaar heel weinig gas. In totaal ben ik 1,7 kilo ballast kwijt. Laat de Alpen maar komen. 


Ammergauer, Lechtaler en Tannheimer Alpen

Een groot deel van de dag loop ik de originele Via Claudia Augusta route. Deze oude Romeinse weg is nu voorzien van een mooie laag asfalt en is verboden voor motorvoertuigen. In probeer te visualiseren hoe hier een garnizoen Romeinse soldaten over deze weg dendert.

Keizer Augustus begon in 15 v.Chr. met de aanleg van deze Romeinse weg. Tegelijkertijd veroverde hij de gebieden ten noorden van de Alpen, tussen de Inn en het zuidelijke Zwarte Woud. De weg werd later door keizer Claudius uitgebreid tot aan de Donau, vandaar dat de weg naar beide Romeinse keizers is vernoemd. In de eerste twee eeuwen na Christus was de Via Claudia Augusta de belangrijkste verbinding tussen de Adriatische Zee, de Povlakte en de Donau.



De Romeinen wisten al dat de kortste afstand tussen twee punten een rechte lijn is. Dus probeerden ze hun wegen zo recht mogelijk aan te leggen. Landmeters berekenden de meest rechte lijn. Hiervoor kozen zij goedgelegen stukken grond. Gaf de natuur een probleem, dan bouwden ze bruggen over rivieren en tunnels door bergen. De wegen waren 4 tot 5 meter breed. Eerst legden de bouwers een grondlichaam van zand, kleine stenen en grind. Daarop werden grote stenen geplaatst. De wegen lagen hoger, waardoor het regenwater gemakkelijk in de aan weerszijden van de weg gegraven sloten kon wegvloeien. In gebieden met zachte, natte bodem werden de wegen verstevigd met rijen houten palen.




De wegen waren in de eerste plaats voor militaire doeleinden aangelegd, legereenheden konden gemakkelijk van de ene plaats naar de andere oprukken. Als er ergens een lokale opstand uitbrak, konden veel soldaten zich snel verplaatsen. Daarnaast was er een uitgebreide koeriersdienst. Koeriers moesten de instructies van centurions snel van de ene naar de andere plek brengen. Via het uitgebreide wegennet gebeurde dat vrij snel. Speciaal voor de koeriersdienst waren er stallen (stationes) langs de wegen in het hele Romeinse Rijk. Daar konden de koeriers van paard wisselen.

Naast hun militaire functie waren de wegen ook belangrijk voor de handel. Veel goederen werden vanuit de verre provincies naar Rome gebracht. Ook in de provincies waren veel goederen nodig. Niet alleen om de soldaten te voeden maar ook bouwmateriaal om de forten en wachttorens te bouwen en te onderhouden. Maar ook de gewone Romeinen gebruikten de wegen om te reizen. Overal langs de wegen verrezen herbergen (taberna) waar reizigers konden uitrusten en eten. Er waren mijlpalen langs de wegen. Stenen zuilen die aangaven hoe ver het was naar de volgende belangrijke stad.


Replica van een mijlpaal


Vandaag loop ik ook urenlang langs de Forggensee. Met een lengte van 12 kilometer en een breedte tot 3 kilometer is de Forggensee het grootste stuwmeer van Duitsland. Het meer wordt gevoed door de rivier de Lech en het waterpeil is op zijn hoogst van juni tot half oktober. In de winter laat men het meer bijna volledig leeg stromen, zodat na de winter het smeltwater uit de bergen weer kan worden opgevangen. Je kunt je voorstellen dat er enorm veel smeltwater uit de Alpen komt en dat zorgde elke lente en zomer voor veel overstromingen tot diep in Duitsland. Voor 1900 werden al plannen gemaakt voor een stuwmeer, maar door de Eerste en Tweede Wereldoorlog kon het project niet worden uitgevoerd. De bouw begon pas in de jaren vijftig. Enkele boeren moesten noodgedwongen verhuizen wat tot groot verzet leidde. In 1954 was het reservoir gereed, stroomde het vol en werd de turbine in gebruik genomen. Met een verval van 35 meter en een doorstroom van 150 kubieke meter water per seconde kan de centrale energie produceren voor meer dan 40.000 huishoudens. Wonderlijk wat een klein dammetje teweeg kan brengen.



De Forggensee heeft ook een belangrijke toeristische functie gekregen, zowel bij vakantiegangers als bij de lokale bevolking. Vlakbij ligt kasteel Neuschwanstein, dat zichtbaar is vanaf de Forggensee. Ik heb nog nooit zoveel toeristen op deze tour gezien. Dat was misschien wel een van de zegeningen van Corona.



Foto is niet scherp want Neuschwanstein ligt 4 kilometer ver in de bergen

De oorspronkelijke route van de Via Claudia Augusta liep door de Forggensee. Als het stuwmeer in de winter vrijwel leeg is, wordt de oude Romeinse weg weer zichtbaar.



Bloem van de dag. Ik fotografeer maar een uurtje bloemen en kies dan de mooiste uit voor mijn blog. Als ik me niet tot een uur zou beperken, zou ik de hele dag bloemen kunnen fotograferen. Daar blijf je mee bezig als je niet oplet, zoveel wonderlijke exemplaren als er zijn. Ik heb elke dag veel meer dan één mooie foto, maar ik wil jullie niet vermoeien met een overvloed aan bloemen, dus komt er elke dag maar een op het blog.




Geen opmerkingen: